Er is één goed doel waar ik elk jaar weer een vrije avond aan opoffer: Amnesty. Niet dat ik Amnesty nou per se een warmer hart toedraag dan al die andere goede doelen. Nee, dit omdat Amnesty ooit het slimme plan heeft opgevat mij persoonlijk (via de telefoon) te benaderen met de vraag of ik collectant wilde worden. En aangezien ik bijzonder moeilijk nee kan zeggen, zelfs niet over de telefoon, loop ik nu al jaren in de eerste week van februari exact dezelfde route met ieder jaar exact dezelfde vraag: “Heeft u misschien een klein bedrag over voor Amnesty?”
Deze week was het weer zover. Vanaf maandagavond kon ik beginnen met lopen. Maar ja, je kent het wel, de week is nog lang, geen haast, en bovenal geen zin. Dinsdag overigens ook niet en woensdag was eveneens geen optie, want andere afspraken.
Vanochtend besefte ik echter tot mijn grote schrik, dat het vandaag moest gaan gebeuren, aangezien ik het hele weekend in Drenthe zou doorbrengen. Geen paniek, de agenda was leeg en Wie is de Mol kon natuurlijk ook opgenomen worden.
Vol goede moed ging ik vanavond op pad. Die moed zakte echter al tot mijn middel toen ik één voet buiten de deur zette. Het hoosde. Buienrader liet zien dat dit de komende uren niet anders zou gaan worden, en aangezien collecteren rond een uurtje of elf in de avond weinig positieve reacties zou opleveren, laat staan een financiële bijdrage, besloot ik het erop te wagen.
Na één straat vervloekte ik mezelf al om het feit dat ik niet aan een regenjas gedacht had. Ik was doorweekt tot op mijn onderbroek. Ik had natuurlijk even naar huis kunnen lopen om iets anders aan te trekken, ware het niet dat dit behoorlijk wat sympathie leek op te wekken. Vrijwel iedereen had enorm met me te doen en bewonderde mijn 'opoffering', wat veelal leidde tot een royale bijdrage. Zelfs een aantal in eerste instantie zeer geïrriteerde exemplaren, want hoe haalde ik het in mijn botte harses onder etenstijd aan te bellen, wilden na het zien van mijn kletsnatte haren en uitgelopen mascara hun principes wel even opzij zetten.
Leuke gesprekjes heb ik gevoerd, vele complimenten ontvangen en genoten van schatjes van kinderen die van papa en mama ook iets uit hun spaarpotjes mochten doneren. Wat een lieve mensen wonen er in mijn wijk.
Eindelijk, na een paar uur regen en kou, zit ik weer lekker thuis op de bank. Met volgens mij een goed gevulde collectebus. Of ik volgend jaar weer ga lopen, geen idee. Al moet ik zeggen dat ik deze positieve avond voor geen goud had willen missen.