SANNE SCHRIJFT GAAT VERDER OP WORDPRESS.
sanneschrijftcolumns.wordpress.com

Avondje uit...

29-05-2014 12:07

Vanochtend half acht. Ik voel me uitgewrongen. Heb hoogstens een paar uur geslapen. De ergste misselijkheid is gelukkig over. Ik denk dat ik dat laatste glaasje gisteravond beter had kunnen laten staan, of misschien moet ik zeggen, de laatste glaasjes. Niet dat ik nou zo uitzonderlijk veel gedronken heb. De doorgewinterde kroegganger zou er niet warm of koud van worden. Ik wél. Helaas.

Alcohol en ik hebben nou eenmaal een merkwaardige relatie. Op sommige momenten is de liefde bijzonder intens, met alle gevolgen van dien, maar over het algemeen leven we zo goed als langs elkaar heen.

In tegenstelling tot de meeste tieners begon ik pas laat met drinken. Ik denk dat ik een jaar of zeventien was. Uiteraard had ik weleens het bekende slokje wijn uit het glas van mijn moeder geproefd, maar ik begreep nooit waar iedereen nou zo hysterisch over deed. Ik vond er weinig aan, om nog maar te zwijgen over mijn eerste, en tevens laatste, slok bier.

Mijn eerste écht noemenswaardige ervaring met alcohol was een weinig positieve. Uiteraard was ik bekend met de benevelende effecten, maar vergeleken met de enorme hoeveelheden die mijn vrienden ieder weekend naar binnen werkten, dacht ik aardig binnen de grenzen te zijn gebleven. Niets bleek minder waar, maar daar kwam ik gedurende de avond langzaam maar zeker achter. Nou gaat het bij elke opgroeiende puber weleens flink mis, maar mijn alcoholtolerantie was vrijwel nihil en wat dat betreft is er sindsdien weinig veranderd. Geloof me, ik heb verwoede pogingen gedaan dit ietwat op te schroeven, maar het merendeel van die pogingen eindigden boven een toiletpot of dansend op de bar. Niet direct het beeld dat ik van mezelf wilde achterlaten in het uitgaansleven.

Tegenwoordig drink ik sporadisch, maar er zijn natuurlijk altijd gelegenheden die schreeuwen om wijn. De rest van de dranken uit het alcoholische segment doen me weinig, maar wijn in goed gezelschap kan me enorm gelukkig maken.

Het verschil met vroeger is dat ik nu redelijk goed voel aankomen wanneer te stoppen, meestal dan. Op die manier ben ik het extreem beroerde gevoel in ieder geval voor. Iets dat ik nooit voor kan zijn is een schaamteloze staat van vrolijkheid en luidruchtigheid. Dit om de simpele reden dat het al na een paar glaasjes intreedt. Mensen die mij goed kennen weten dit en waar het voor de een een goede reden is om er bij binnenkomst gelijk drie in te gieten, zijn ze er ook die me vooral stimuleren het lekker bij fris te houden. Ik heb daar uiteraard alle begrip voor. Niet iedereen zit graag met de dorpsgek aan tafel tijdens een avondje uit.

Ik kan niet precies uitleggen wat voor processen zich in mijn hoofd afspelen op het moment dat ik begin met drinken. Ik ben me op zich volledig bewust van mijn gedrag, maar de rem gaat er af, en helaas vaak net iets sneller dan bij de gemiddelde medemens. Ik word niet chagrijnig en al helemaal niet agressief. Sterker nog, ik vind iedereen lief en fantastisch, en alles leuk. De echt schaamteloze taferelen doen zich pas voor na het vierde of vijfde wijntje, mits ik dit lichamelijk nog trek.

Zo kan ik me nog goed een kroegavondje Zeedijk van een aantal jaren terug herinneren. De wijn smaakte bijzonder goed en de sfeer was geweldig. Iedereen in de desbetreffende kroeg leek al jaren met elkaar bevriend te zijn, maar misschien had dit iets te maken met mijn eigen staat van zijn. Ergens halverwege de avond, na een voor bijna dodelijke hoeveelheid alcohol, besloot ik onze uitgaanspot een beetje te spekken.

Ik installeerde mezelf achter een tafeltje bij het toilet, alwaar ik van iedereen een bijdrage voor hun toiletbezoek vroeg. Uiteraard maakte ik daarbij een volkomen logisch onderscheid in behoeftes. Elke passerende toiletbezoeker vertelde ik luidkeels dat ze vijftig cent dienden te betalen, maar dat poepen toch echt een euro kostte. Mijn handeltje leverde behoorlijk wat inkomsten op, maar dat was bijzaak, ik had vooral vreselijk veel lol. De enige reden dat ik destijds niet vriendelijk ben verzocht de tent te verlaten is waarschijnlijk het feit dat het hier mijn stamkroeg betrof en mijn eigen partner achter de toog stond. Met plaatsvervangende schaamte, dat wel.

Zoals ik al schreef, dit soort situaties doen zich gelukkig zelden voor. Alcohol is voor mij absoluut geen voorwaarde voor een leuke avond en de keren dat ik het wel nuttig blijft het over het algemeen bij een paar glaasjes die hoogstens een aantal flinke lachbuien en een intens gelukzaligheidsgevoel veroorzaken.

Misschien is mijn lage tolerantiedrempel wel een lichamelijk beschermingsmechanisme. Want waar ik mezelf toch wel lichtelijk verslavingsgevoelig mag noemen, een alcoholist zal ik ieder geval nooit worden.