Ik moest hoognodig naar de kapper, besloot ik op een ordinaire maandagochtend. Als je een dode punt gaat aanzien voor twee individuele haren en je leerlingen zich afvragen wat voor kleur haar je nou eigenlijk hebt: “Blond? Nee juf, dat lijkt echt meer op grijs.” is het zonder twijfel tijd om de boel eens grondig aan te pakken. Dat betekent knippen, kleuren, maskertjes, hoofdmassages, alles om ervan verzekerd te zijn dat het hele gebeuren weer enigszins toonbaar is.
Nou betaal je voor een kappersbezoekje met alles erop en eraan tegenwoordig net zoveel als een prachtig paar leren enkellaarzen. In een gemiddelde Amsterdamse salon althans. Nee, ik ben niet gek. Ik heb al jaren mijn eigen vertrouwde en vooral zeer betaalbare adresje. Weliswaar twee uurtjes hier vandaan, maar wanneer ik dat met een bezoekje aan het ouderlijk huis combineer, vind ik dat de reiskosten niet meetellen.
Een radicale verandering, daar ging ik voor. Ik was wel weer eens toe aan iets nieuws. Maar ja, hoe radicaal kan ik het maken? De kleur stond in principe al vast. Ik heb nou eenmaal niet echt een hoofd om eens lekker mee te experimenteren. Blond is toch echt mijn enige optie. Alles wat ook maar een tint donkerder is dan mijn eigen haarkleur zorgt helaas voor een hilarisch effect. Geloof me, ik heb het geprobeerd.
Met de lengte kon ik natuurlijk nog allerlei spannende dingen doen. Ging ik weer een keer voor lekker kort? Zo kort dat de tientallen elastiekjes en haarknippen, die werkelijk op allerlei plekken in het huis rondslingeren, de komende maanden vanwege onbruikbaarheid opgeborgen konden worden? Tsja, lastig, ik vind het altijd zo'n gedoe. Dan ga je van haar naar een kapsel. En een kapsel betekent gedoe. Een maandenlang dagelijks terugkerend en bovenal zeer tijdrovend ritueel. Iets simpels als een elastiekje, dat zelfs met recalcitrant haar nog raad weet, biedt tijdelijk geen soelaas meer. Een behoorlijk dilemma.
Denk aan zo'n lekkere troosteloze zaterdagmiddag, waarop je de hele dag geen afspraken of verplichtingen hebt en bankhangen je enige doel voor de dag is. Douchen, joggingbroek aan en zo'n bloedstollende crimimarathon om je dag mee te vullen. Echter, er moeten toch wat kleine boodschapjes gedaan worden. Paniek! Want wil je enigszins toonbaar over straat, dan moet dat haar in model worden gebracht met minstens drie stylingproducten en zorgvuldig worden gekneed terwijl de föhn het gelijktijdig droog blaast. En dit alles terwijl het 'handdoekdroog' is, dus die douchebeurt van twee uur geleden telt niet meer.
Het is duidelijk, de tijdelijke onomkeerbaarheid van een knipbeurt kan behoorlijk wat hoofdbrekens veroorzaken.
Ik was er absoluut nog niet uit en ook de daaropvolgende dagen was ik wat toekomstig kapsel betreft zo wispelturig als het maar kon. Ik besloot het op de dag zelf van mijn bui af te laten hangen. Een zeer riskante beslissing, want kapsters kunnen bij twijfel soms behoorlijk overtuigend zijn, en ik vermoed dat niet het saaie punten, maar de extreme knipbeurten de hoogtepunten in het kappersbestaan zijn.
Het weekend na de ordinaire maandagochtend kon ik al terecht voor een afspraak, en ik voelde het de bewuste ochtend al, radicaal gaat het vandaag niet worden. Mijn moeder heeft, als groot fan van het korte krullenkapsel, nog allerlei trucs uit de kast getrokken om mij te overtuigen. Tevergeefs. Alhoewel mijn haar weer een iets gezondere uitstraling heeft en niet meer aanvoelt als dat ruwe bosje touw dat het vorige week was, is er aan mijn spiegelbeeld eigenlijk bar weinig veranderd. Maar de volgende keer, dan ga ik er echt voor. Alhoewel ik het woord beloven hier voor de zekerheid toch maar even achterwege laat.