Eenmaal per jaar wordt de Amsterdam Arena een aantal dagen achter elkaar omgetoverd tot een levensgrote kauwgomballenautomaat. Ik hoef gelukkig nooit bang te zijn dat dit weekend ongemerkt aan me voorbij gaat, want een aanzienlijk deel van mijn facebookvrienden doft zich jaarlijks volledig op voor dit grootse festijn. De meest bijzondere outfits passeren de revue. Schaamteloos plaatst de in het dagelijks leven grijze maatpakken dragende kantoorklerk een selfie in glitterpak met verentooi. Waarom zou hij zich ook schamen. De halve Zuidas staat diezelfde avond in een soortgelijke outfit met hem mee te hossen.
Nee, generen hoef je je overduidelijk niet bij een gemiddeld Toppersconcert, mits je je uiteraard aan de vooraf opgestelde dresscode houdt. Die zogenaamde Little Black Dress die volgens modekenners áltijd kan, valt toch een beetje uit de toon als al die andere feestgangers zich in smetteloos wit hebben gehesen.
Dit jaar was de dresscode rood-wit-blauw. De kleur die je diende te dragen hing af van het vak waar je de avond door zou brengen, aldus de officiële Topperswebsite. Zo kon ik mijn facebookvrienden het afgelopen weekend netjes indelen in twee categorieën; de tribuneliefhebbers en de veldfans. Al bleek ik er binnen de eerste categorie bar weinig te bezitten. Blauw domineerde overduidelijk het computerbeeldscherm de laatste paar dagen.
Dat het gezellig is bij een gemiddeld Toppersconcert wil ik absoluut geloven, al heb ik zelf nooit een intense behoefte gevoeld dit een keer persoonlijk te gaan ervaren. Wel kwam ik ooit eens onbedoeld akelig dichtbij.
In juni 2007 stapte ik op een zondagavond vanaf halte Nieuwmarkt nietsvermoedend in metro 54 richting Bijlmer-Arena. Ik was op weg naar een optreden van jeugdheldin Tori Amos in de Heineken Music Hall. Eenmaal binnenin het voertuig wist ik niet wat me overkwam. Ik was beland in een zee van fluorescerende boa's en glitterhoeden, indringende walmen van kruidige damesparfums drongen mijn neusgaten binnen en waar ik oordopjes voor een concert toch vaak ietwat overdreven vind, had ik ze op dat moment graag bij me gehad. Her en der ontdekte ik nog een verdwaalde hippie, die hoogstwaarschijnlijk net als ik onderweg was naar dat andere concert op de Arenaboulevard. Eveneens lamgeslagen door de overdosis aan kleuren, geuren en herrie. Oorverdovende herrie. Ik dankte god op mijn blote knietjes dat Tori eerder uitgezongen was dan Geer, Goor en René, waardoor het ritje terug aanzienlijk rustiger verliep.
Een beetje googelen leerde mij dat het eerste echte Toppersconcert plaatsvond in 2005. Dat is tien jaar geleden! Meer dan 100.000 bezoekers genieten jaarlijks van een avondje vol meezingers, met als hoogtepunt 2007, toen in 6 dagen maar liefst 360.000 mensen de Arena bezochten. Blijkbaar hebben de heren een ongelooflijke succesformule te pakken.
Voor mijn gevoel is het publiek door de jaren heen echter wel veranderd. Het lijkt in alle kringen van de bevolking tegenwoordig volledig geaccepteerd te zijn je, aangekleed als kermisattractie, een avondje te laten vermaken door het zingende drietal. Hele vriendengroepen reizen vanuit alle hoeken van het land af naar onze hoofdstad. Als ik op alle voorbijkomende foto's af moet gaan, vermaakt iedereen zich kostelijk.
Eigenlijk ben ik ook best een beetje benieuwd naar zo'n hysterisch Toppersavondje, maar laat mij voorlopig nog maar even lekker in kleine, bedompte ruimtes naar bezwete, langharige rockers luisteren. Dan geniet ik eenmaal per jaar door middel van de vele geplaatste foto's en uitgebreide verslagleggingen op facebook stiekem een beetje met iedereen mee.