SANNE SCHRIJFT GAAT VERDER OP WORDPRESS.
sanneschrijftcolumns.wordpress.com

Geluidsneuroot

17-04-2014 15:49

Ik ben overgevoelig voor geluid. Dat zegt de minitest in het psychologie magazine die ik net heb ingevuld. “U bent overgevoelig voor geluid.” Punt. Stiekem wist ik dat natuurlijk al. Ik slaap al sinds mijn veertiende met herriestoppers en was na drie jaar wonen op de Wallen bijna rijp voor een instelling. Nee, geloof me, ik wist het al. Volgens de test is zoiets aangeboren en moet ik ermee zien om te gaan. Lekker dan.

Gelukkig heb ik een zeer begripvolle partner die 's avonds de televisie een tandje zachter zet als ik eerder naar bed ga en enkel snurkt bij de combinatie overmatig alcoholgebruik en rugslapen, wat dus slechts een klein duwtje, met een kanteling van negentig graden tot gevolg, vereist.

Geluid valt echter niet altijd te sturen en dat brengt behoorlijk frustrerende situaties met zich mee. Zo heb ik tijdens een kampeervakantie in de Provence een jaar of vijf geleden een aantal nachten achter elkaar in de auto geslapen. Dit vanwege een 's nachts uren achter elkaar keffende viervoeter van de wildkamperende zigeuners pal naast de camping. Ook ben ik bijna tot overspannenheid gedreven door jarenlange bouwwerkzaamheden tegenover mijn werk. Als er wekenlang met grof geweld heipalen de grond in gejast worden dwars door jouw instructie over de tweede wereldoorlog heen, ben je bijna in staat een derde te beginnen.

Het is niet alsof ik überhaupt niet tegen hard geluid kan. Ik heb per slot van rekening bij menig rockconcert vrijwillig in de frontlinie gestaan, enkele meters verwijderd van boxen die dusdanig opengedraaid werden dat de bas als consequentie zeker nog drie dagen in je hersenpan resoneerde. Ook ben ik werkzaam in het onderwijs. Nou niet bepaald een werkplek waar je stilte te allen tijde af kunt dwingen. Al zal ik hoogstwaarschijnlijk nooit geschikt zijn voor de kleuterbouw.

De overgevoeligheidssymptomen dienen zich pas aan bij continu terugkerend geluid dat irriteert en waar je absoluut, maar dan ook absoluut geen invloed op hebt. Denk aan het buurjongetje van 13 dat besloten heeft zijn leven te wijden aan zijn drumstel, of de windvanger aan het balkon van de spirituele onderbuurvrouw.

Op het Oudekerksplein, waar we drie jaar lang gewoond hebben, werd ik bijna tot waanzin gedreven. Het klinkt prachtig, wonen in een monumentaal pand in de binnenstad van Amsterdam, maar als dat monumentale pand midden op een druk plein staat, omgeven door de welbekende rode lampen en enkel glas heeft is de lol er voor een gemiddelde geluidsneuroot snel af.

De buitenwereld leefde daar in een precies omgekeerd ritme dan het mijne. Wanneer ik op mijn werk was, heerste er complete rust en doodse stilte, maar zodra ik thuis kwam begon de 'gezelligheid'. Een cocktail van prostituees, junkies en beschonken toeristen. Vooral in de weekenden viel er niet aan te ontsnappen. Alsof heel mannelijk Engeland in je achtertuin kampeerde. Het werkt niet echt bevorderlijk als er een vijftal Britten onder je raam luidkeels hun net een peeskamertje binnen geglipte, bijna in het huwelijksbootje stappende, beste vriend staan aan te moedigen tijdens zijn laatste vrijheidswip, terwijl jij je net zit te verdiepen in ingewikkelde neurobiologische processen omdat je tentamenweek nadert.

Uiteraard was er helemaal niks mis met het plein en de bedrijvigheid die het voortbracht. Ik was daar gewoon absoluut niet op de juiste plaats. Gelukkig wonen we nu op zo mogelijk het stilste plekje van Amsterdam. En je begrijpt, mits er zich een beeldig omgebouwd boerderijtje, omringd door enkel rustgevende natuur, niet al te ver van de stad aandient, ga ík hier voorlopig niet meer weg.