Ik ben om. Keihard om. 180 graden gedraaid. Ik heb me er een tijdlang tegen verzet. Wilde er niet aan toegeven. Zag de nadelige gevolgen die het voor mij zou hebben als een donkere doemwolk over de voordelen hangen. Maar ik kon me er niet langer tegen verzetten. De alternatieven brachten me de laatste maanden simpelweg te weinig voldoening. En daarom ben ik om. Vaarwel sociaal leven. Welkom Netflix.
Net als miljoenen medemensen ben ik een ware seriejunkie. Het lijkt een van de weinige sociaal volledig geaccepteerde verslavingen te zijn. Dit terwijl er in de praktijk natuurlijk weinig sociaals aan is. Een paar maanden geleden nog, las ik in een tijdschrift de openhartige verhalen van acht volwassen vrouwen die zonder enige gêne toegaven hun kinderen af en toe lichtelijk te verwaarlozen om maar te kunnen zien hoe het Chapman in de bajes vergaat, of Walter White al tegen de lamp gelopen is en of Mike Ross eindelijk ontmaskerd zal worden als fraudeur. En ik vermoed dat zij bij lange na niet de enigen zijn bij wie de verslaving vrij extreme vormen aanneemt.
Het serieuze binge watchen is bij mij een jaar of tien geleden begonnen met LOST. Een serie waar je zelf na een paar seizoenen ook compleet lost bent, maar dat terzijde. Toch blijf je stiekem benieuwd of de makers er misschien nog in slagen er een plausibel einde aan te breien. Faliekant mislukt natuurlijk. Dat weten we allemaal. Het LOST-effect is niet voor niets een term die verder weinig uitleg behoeft. Het heeft mijn honger voor series echter niet gestild. Heerlijk vond ik het, samen met de man op de bank, twee studentikoze klippannetjes dicht tegen elkaar aangeschoven, onder een dekentje, telkens weer op 'next' kunnen drukken. En dat tot diep in de nacht door.
Menig serie volgde. We raakten in de ban van de dubbelrol van Dexter, gingen houden van het norse karakter van Sarah Lund, onthielden moeiteloos de tientallen verschillende verhaallijnen in Game of Thrones en de hilarische Gooische Vrouwen hebben mij letterlijk door een week spit heen geholpen. Een vriendinnetje zei een flink aantal jaren terug dat ze moest bekennen dat tv kijken een hobby geworden was. Ik moest er destijds een beetje om lachen, maar ben bang dat ik tegenwoordig keihard lieg in de vriendenboekjes van mijn leerlingen als ik bij hobby's nog heel verantwoord lezen en wandelen invul.
Dvd-boxen hebben me jaren in mijn verslavingsbehoefte kunnen voorzien. Daarna kreeg ik een bijzonder intense relatie met de opnameknop op mijn afstandsbediening en nog wat later trakteerde Telfort combivoordeel mij op een gratis HBO-abonnement. Een zender waar je overigens binnen no time door het kijkwaardige aanbod heen bent. En nu is daar dus Netflix.
Een fenomeen dat de afgelopen jaren vrijwel elke huiskamer in Nederland is binnengeslopen. Het woord Netflix is zelfs een werkwoord geworden. Net als dat een aantal jaren terug met de Nederlandse godmother van de diëten gebeurde. Ik hoor regelmatig mensen zeggen dat ze het weekend ervoor heerlijk genetflixt hebben en ik maak me er nu zelf ook behoorlijk schuldig aan. “Wat ga je vanavond doen Sanne?” “Ach, niet veel bijzonders denk ik, een beetje netflixen of zo.”
Momenteel zit ik al een aantal weken middenin het al behoorlijk oude Prison Break, over het Lost-effect gesproken. Ik droom over niets anders meer dan gevangenisuitbraken, lichaamvullende tatoeages en beeldschone mannen met millimeterhaar. Nog één seizoen te gaan, maar daarna is het denk ik tijd voor een broodnodige Netflix-break. De sociale agenda dient tenslotte weer opgepoetst te worden. Al is het alleen maar om de gekeken series ook nog even te kunnen evalueren.