Ik ben mijn fietssleutel kwijt. Paniek! Ik ben mijn fietssleutel KWIJT. Voor mijn gevoel heb ik voor deze helse situatie, mocht ie zich een keer voordoen, altijd een oplossing gehad, namelijk een paar reservesleutels aan het sleutelrekje. Deze gaven me altijd een extreem geruststellend gevoel, maar die ben ik ook KWIJT, of misschien hebben ze er wel nooit gehangen en heb ik me jarenlang vastgeklampt aan een oplossing voor dit dramatische noodgeval, die helemaal niet bestond.
Ik ben nooit mijn sleutels kwijt, echt nooit. Heb een vast vakje in mijn tas, waar ze direct na verwijdering uit het fietsslot in gedeponeerd worden, om er pas weer uit te komen op het moment dat ze ook daadwerkelijk nodig zijn. In tegenstelling tot veel andere vrouwen gebruik ik maar één tas, ik heb er natuurlijk véél meer, dat spreekt voor zich, maar er wordt maar eentje actief gebruikt. Overhevelen van dag- naar avond- of week- naar weekendtas doe ik dus niet aan.
Nou vraag je je misschien af waar die grote paniek voor nodig is. Er zijn natuurlijk tig andere manieren om van A naar B te komen. Lopen is een optie, ware het niet dat de afstanden in de stad zich daar over het algemeen genomen niet bepaald voor lenen. Lopen naar mijn werk zie ik bijvoorbeeld absoluut niet zitten. Alles wat ervoor zorgt dat ik 's morgens nóg eerder mijn bed uit moet dan nu al het geval is, valt per definitie af.
Dan is daar nog de auto. Hét vervoermiddel waar toch menig Nederlander dagelijks bij zweert. Ik woon, werk en recreëer echter in een stad waar de parkeertarieven spontaan hartstilstanden veroorzaken, dus onze auto wordt enkel gebruikt voor ritjes naar parkeertariefvrije oorden.
Blijft het openbaar vervoer over, in mijn geval de tram, en daar word ik behoorlijk ongelukkig van. Sterker nog, volgens mij ben ik allergisch voor de tram. De officiële diagnose is natuurlijk nooit gesteld, maar ik weet het bijna zeker. Die sporadische momenten dat ik mij gedwongen voel de tram te pakken (lekke band, ijzel of andere dramatische situaties) eindigen vaak in een spontane verkoudheid. Of er daadwerkelijk sprake is van een direct verband weet ik natuurlijk niet, maar ik heb zo mijn vermoedens. Ook lijkt het in de tram altijd en overal tropisch warm te moeten zijn. De verwarming staat meestal dusdanig hard te werken dat ik me afvraag of je nog wel kan spreken van milieuvriendelijk openbaar vervoer. De tram is voor mij dus echt een noodoplossing. Fijn dat het bestaat, maar ik maak er enkel bij hoge uitzondering gebruik van.
Nee, ik zweer bij mijn fiets. Gratis, gezond en over het algemeen ook de snelste optie. Fietsen door de stad geeft me ook altijd zo'n gelukzalig gevoel. Vooral als het weer een beetje meewerkt natuurlijk, maar ik zie zelfs nog wel enige charme in rukwinden of hoosbuien. Een soort trots gevoel dat wij Nederlanders ons door zulke weersomstandigheden niet laten tegenhouden. Onze fiets is ons alles. Dat geeft zo'n bijzonder saamhorigheidsgevoel als ons klimaat zich weer eens van zijn slechtste kant laat zien.
Ik ben terwijl ik dit schrijf meer en meer geneigd naar de dichtstbijzijnde ijzerhandel of bouwmarkt te lopen om een slijptol te huren. Het geeft in ieder geval al een prettig gevoel dat die noodoplossing altijd voorhanden blijft. Nu eerst nog maar even weer goed zoeken. Al zou ik niet weten waar in vredesnaam te beginnen. Wordt vervolgd...