SANNE SCHRIJFT GAAT VERDER OP WORDPRESS.
sanneschrijftcolumns.wordpress.com

Neuriën

25-06-2014 17:55

Afgelopen week moest ik vanwege een klapband noodgedwongen met de tram naar mijn werk. Niet mijn favoriete vervoersmiddel, aangezien ik het godsgruwelijk duur vind en het mij bovendien gemiddeld ongeveer een kwartier slaap kost. Vanwege mijn chronische angst om te laat te komen neem ik namelijk niet alleen een tram die mij meer dan ruim op tijd op mijn werk brengt, nee, ik vertrek eveneens krankzinnig vroeg van huis om die geplande tram maar niet te kunnen míssen. Zo vroeg, dat ik met een klein sprintje de tram ervoor ook nog makkelijk had kunnen halen. Deze tweede gewoonte zorgt ervoor dat ik vele minuten spendeer in bus- en tramhokjes. Zo ook vorige week.

Het bijzondere aan zo'n ochtendtram is het feit dat iedere ochtend exact hetzelfde groepje mensen opeengepakt in hetzelfde hokje staat te wachten. Iedere ochtend dezelfde vroeg- en dezelfde laatkomers. Men glimlacht, groet elkaar, zelfs schoolgaande pubers nemen af en toe de moeite hun ogen ergens anders op te richten dan dat minuscule beeldschermpje van hun nieuwste Iphone. Het heeft iets gezelligs.

Dat ik iedere, maar dan ook echt iedere ochtend als allereerste aankwam, was misschien wel tamelijk treurig, maar niet lang na mij arriveerde een klein, Indisch vrouwtje met een grote, rode boodschappentas. Mateloos interessant vond ik het. De schoolgaande leeftijd was ze overduidelijk allang gepasseerd, maar ik had ook niet direct het gevoel dat ze op weg was naar haar werk. Zou ze iedere ochtend op exact hetzelfde tijdstip boodschappen doen in een ander winkelcentrum dan het onze? Waren er überhaupt winkels open rond dat vroege tijdstip?

Wat me nog meer intrigeerde was het ritueel dat zich direct na haar aankomst voltrok. Ze zette haar boodschappentas op de grond, nam naast mij plaats op het bankje, zuchtte een paar keer diep, alsof ze er al een hele dag op had zitten en begon vervolgens te neuriën. Het kleine Indische vrouwtje bleek een 'neuriër' te zijn. Je kent ze wel. Van die mensen die op compleet willekeurige plekken, te midden van een stoet onbekenden, ineens schaamteloos een deuntje beginnen te zoemen. Ik kan het in dit soort situaties niet nalaten even opzij te kijken. Niet geïrriteerd, maar eerder nieuwsgierig. Dit type mens laat zich echter niet uit het veld slaan door starende blikken. Ook het kleine Indische vrouwtje niet. Onverstoorbaar ging ze die eerste dag verder.

Op dag twee deed zich exact dezelfde situatie voor. Bij mij wederom lichte verbazing en een kleine glimlach. Deed ze dit elke dag? Alleen 's ochtends in ons bushokje, of bij ieder dood moment? Was dit misschien haar manier van tijdverdrijf? Kon ze niet tegen stiltes? Deed ze het onbewust? Schaamde ze zich voor deze opvallende gewoonte, of had ze geen boodschap aan de meningen van andere mensen om haar heen? Allemaal vragen. Vragen die op dat moment door mijn hoofd spookten. Vragen die ik natuurlijk nooit had durven stellen. Op dag drie was ik eraan gewend en op dag vier bijna geneigd het deuntje, waar overigens geen fatsoenlijke melodie in te herkennen viel, mee te neuriën.

Vanochtend zat ik vroeg op de fiets richting werk. Nu de klapband weer is hersteld, zal je mij 's morgens niet meer op de tram zien wachten. Terwijl ik langs het hokje fietste, zag ik 'r zitten. Mijn kleine, Indische vrouwtje. Ze was alleen. Ik wist zeker dat ze aan het neuriën was. Niemand om haar heen die het horen kon. Haar trouwste fan zat haar buiten gehoorafstand op een fiets stilletjes aan te moedigen. Ik was onbewust een beetje aan haar gehecht geraakt. Als ik niet zo'n grote afkeer van het openbaar vervoer zou hebben, had het me zomaar kunnen overhalen de fiets eens wat vaker te laten staan. Dag klein, aandoenlijk, Indisch vrouwtje. Tot de volgende lekke band!