SANNE SCHRIJFT GAAT VERDER OP WORDPRESS.
sanneschrijftcolumns.wordpress.com

Overtreding

06-07-2014 12:39

Of ik even wilde stoppen. Binnen enkele seconden probeer ik mijn kansen te inventariseren, maar ik besluit al snel dat doorfietsen mijn situatie op dit moment geenszins verbetert.

“Zo mevrouw de fietser,...” Nee, nee, nee, niet zo één. Zo'n agent die, alvorens je een ordinaire bon voor te schotelen, de dringende behoefte voelt de lolbroek uit te hangen. Daar ben ik behoorlijk allergisch voor. Gaat werkelijk elke nekhaar demonstratief kaarsrecht van omhoog staan.

“Ziet u de straatverlichting?” Voordat ik überhaupt kan antwoorden dat ik inderdaad de straatverlichting kan zien, omdat me gelukkig niets aan de ogen mankeert, gaat meneer (nu we toch bezig zijn) vrolijk verder. “Begrijpt u wat dit betekent?” Er schieten me verschillende, wat mij betreft zeer passende, antwoorden door het hoofd, maar besluit geen olie op het vuur te gooien en braaf 'ja' te antwoorden. “Dat betekent dat de lampjes aan moeten, hè mevrouw?” Verkleinwoorden hebben iets betuttelends in dit soort situaties en z'n denigrerende toon bevalt me absoluut niet, maar ik doe op dit moment alles om onder die eerder genoemde bon uit te komen.

Ik had voor dit soort situaties een heel arsenaal aan knallers van smoezen klaar, maar eenmaal nodig wil er echt geen enkele goede komen bovendrijven. Ik begin aan een lang betoog vol halve waarheden. Over een achterlamp die het de ene keer wel en de andere keer niet doet, over lampjes die met enige regelmaat van mijn fiets gejat worden, over weggaan op een moment dat het nog licht genoeg lijkt, maar ik probeer vooral overdreven begripvol te zijn voor het feit dat ik staande wordt gehouden.

Ergens bekruipt mij het gevoel dat deze agent en zijn collega hier niet enkel staan om lichtloze fietsers te bekeuren. Iets verderop zie ik namelijk een lotgenoot mét licht staan. Wat deze arme schat verkeerd heeft gedaan wordt mij niet duidelijk, maar ik zie al vrij snel het bonnenboekje ten tonele verschijnen. Dit boekje is bij mijn grote vriend gelukkig nog in geen velden of wegen te bekennen.

Er valt een lange stilte.

“U heeft morgen twee afspraken,” gaat de agent verder. Oh nee, denk ik. Ik zal toch niet op het politiebureau moeten verschijnen? Fietsen zonder licht mag toch geen reden zijn voor een volwaardige arrestatie? “U gaat bij een fietsenmaker langs om uw verlichting te laten repareren en koopt in een van de vele mogelijke winkels een paar lampjes die u bij zich kunt dragen mocht uw fietsverlichting het weer eens begeven. En denk erom, deze lampjes haalt u bij het parkeren standaard van uw fiets af. U moet onderhand weten dat dit roofgoed is.” Ik knik meermaals braaf mijn hoofd, knipper een paar keer onschuldig met mijn ogen alvorens een diepe zucht van opluchting te slaken.

Geen bon. Het wordt me langzaam duidelijk. Ik kom er echt met een waarschuwing van af. Terwijl ik weer op mijn fiets wil stappen om mijn weg te kunnen vervolgen, kijkt de agent me verbaasd aan. Zou het dan nog niet voorbij zijn? “U beseft toch wel dat u de rest van uw weg even te voet zult moeten afleggen mevrouw?” Ik slik mijn 'pardon??' maar even snel in en antwoord wederom braaf: “Maar natuurlijk, stom van me.”

Ik neem mijn fiets aan de hand, begin aan de klim van de Amsterdamse Alpe d'huez, te voet welteverstaan, maar kan het niet laten af en toe even om te kijken of de mannen in uniform al uit het zicht verdwenen zijn. Eenmaal op de Veemkade durf ik het aan. Met hartkloppingen en buikpijn, dat wel. Alsof ik ieder moment een heel politiekorps met gierende sirenes achter me aan kan krijgen.

Eenmaal thuis zoek ik, met het verse schuldgevoel nog in mijn lijf, direct naar één van de vele paren Hemalampjes die toch echt ergens in een la zouden moeten liggen. Ik stop ze direct in mijn tas. De volgende dag zal ik mijn lief vragen de batterijen in mijn lampen te verwisselen. Mocht ik mijn goede vriend dan nog eens tegenkomen, mag ik tenminste gewoon doorfietsen.