Terwijl ik enkele maanden geleden door mijn Spotify-afspeellijstjes scrolde, kwam ik tot de onaangename conclusie dat de muzikale stilstand zijn intrede leek te hebben gedaan. Ik bleek wat betreft muzikale voorkeuren dramatisch te zijn blijven steken in mijn tienerjaren. Vrijwel alle door mij in lijstjes gestopte artiesten gingen al minstens een decennium, vaak wel twee of drie, mee. Een aantal bands waren al lange tijd uit elkaar of hadden onderhand dermate veel formatiewisselingen achter de rug dat ik überhaupt niet meer weet wie welk liedje nu begeleidt op welk instrument. Ook telde ik drie zangers die het aardse leven ondertussen verruild hadden voor het hiernamaals en minstens net zo veel die dat hoogstwaarschijnlijk zeer binnenkort eveneens zouden gaan doen. Een trieste constatering. Ik had duidelijk liggen slapen.
Mijn muzikale stilstand werd ook op andere momenten steeds pijnlijker duidelijk. Cd-recensies in tijdschriften, optredende artiesten bij tv-programma's, interviews met pas doorgebroken muzikanten. Het gros zei me helemaal niets. Ik hield me dan ook maar wijselijk stil wanneer de line-up van de aankomende Lowlands besproken werd door mijn überhippe leeftijdsgenoten. De meeste namen deden bij mij immers geen enkel belletje rinkelen en dat vond ik tamelijk gênant.
Was dit muzikale armoe? Ik voelde me in ieder geval wel een behoorlijk oude sok. Vreselijk vond ik het vroeger, van die mensen die overduidelijk waren blijven steken in een bepaald muzikaal tijdperk. Dat zou mij nooit overkomen. Waar was het dan in vredesnaam mis gegaan?
Ik luister sowieso veel te weinig naar de radio. Dat moet toegegeven worden. Daar zou vorig jaar, na de aanschaf van onze eerste eigen auto, verandering in komen. Althans, dat was het plan. Op ongedwongen wijze kennismaken met bandjes en artiesten die net zo de moeite waard zijn als al die fossielen waar ik al jaren naar luister. Na een jaar vol autoritjes naar het thuisfront, de Ikea of vriendinnetjes die besloten hebben buiten de stad te gaan wonen, moet ik toch bekennen dat ik voornamelijk cd'tjes in de gleuf gooi. Cd'tjes van, uiteraard, mijn grote tieneridolen.
Ook is muziek veel minder dan vroeger een onderwerp van gesprek. Het gaat tegenwoordig over werk, baby's en relatieperikelen. Ik kan me niet herinneren wanneer mij voor het laatst een dijk van een album is aangeraden.
Voor de concerten die ik in de afgelopen vijf jaar heb bezocht geldt exact hetzelfde als voor de cd's die in de auto gedraaid worden. Sporadisch laat ik mezelf meeslepen naar een voor mij onbekende artiest. Doodzonde.
Samenvattend kan ik concluderen dat mijn stilstand een overduidelijk gevolg is van veel te weinig blootstelling aan nieuwe invloeden. Feit blijft dat ik er absoluut voor open sta, mits de muziek redelijk binnen mijn voorkeurgenres valt, dat dan weer wel. De muziek die mijn leerlingen gemiddeld op een verloren vrijdagmiddag in een afspeellijstje zetten, doet mij nou eenmaal de muzikale moed in de schoenen zakken.
Er gloort echter een bijzonder fel licht aan de horizon. Recentelijk heb ik een gloednieuw muzieklijstje aangemaakt. Een mix van artiesten, aangeraden door vrienden of willekeurig van de line up van bepaalde festivals geplukt. Tijdens het koken word ik tegenwoordig toegezongen door onbekende stemmen, fantastische stemmen, die de prachtigste liedjes zingen. Liedjes die ik onderhand allemaal van begin tot eind kan meezingen. Ik heb zelfs één van de bandjes al live kunnen bewonderen. De muzikale stilstand is wat mij betreft officieel verleden tijd. Al zal ik mijn 'fossielen' nooit definitief de rug toekeren.